Ondersteunen

Tips voor een goed gesprek 

Ondersteuning begint bij het goede gesprek. 

  • Neem voldoende tijd en creëer een veilige omgeving 
  • Voor de huisarts: plan indien mogelijk een dubbel consult in om verder te praten
  • Vraag en luister vooral, om zicht te krijgen op de situatie, de rollen en het netwerk
  • Stel open vragen en vul niet voor een ander in. We zijn snel geneigd meteen in oplossingen te denken en deze aan te dragen: de hulpverleningsreflex. 
  • Vraag naar wat hem of haar zou helpen. Naar wat zijn of haar ideeën of oplossingen zijn voor de situatie 
  • Draag zelf (eventueel) ook ideeën/oplossingen aan, blijf weg van vragen die als oordeel over kunnen komen:
    • WEL‘Wie kunnen jou helpen /  wie zijn er voor jou als je hulp nodig hebt?’
    • NIET: ‘Kan niemand anders dat dan doen?’
  • Bekijk samen de voor- en nadelen van ideeën/oplossingen voor alle partijen
  • Maak afspraken SMART:
    • Specifiek: wat wel en wat niet? (wel later beginnen, niet thuis)
    • Meetbaar: dinsdags om 10.00 uur starten (niet: ‘wat later’)
    • Acceptabel: voor beide partijen (wat levert het op
    • Realistisch: naar aard, omstandigheden werk en functie
    • Tijd: Looptijd afspraak, tussentijdse evaluatiemomenten
  • Leg het vast: in dossier en op (overdrachts)formulier
  • Breng andere partijen die hierbij betrokken dienen te worden, op de hoogte: bedrijfsarts, huisarts en leidinggevende zijn signaleringsdriehoek van de mantelzorger.
  • Bespreek hoe en wie (mantelzorger of ondersteuner) andere partijen inlicht over situatie en gemaakte afspraken.
  • Houd onderling contact en afstemming over voortgang en evalueer regelmatig met elkaar

Breng mantelzorgsituatie in kaart

De eerste stap om balans te vinden, is de tijdsbesteding van de mantelzorger in kaart te brengen. Hoe ziet de 168 uur die een week telt, er voor de mantelzorger uit? Hoeveel uur besteedt zij aan werk, aan het gezin, aan zichzelf (hobby’s, vrije tijd), aan mantelzorgtaken? Wat is de huidige situatie en wat is de gewenste situatie? Bewustwording en inzicht is de eerste stap naar balans. Zie hier een voorbeeld van hoe activiteiten in kaart te brengen. 

Draagkracht (belastbaarheid) & draaglast (belasting) in kaart & in balans brengen: 

Breng in kaart waar de mantelzorger energie van krijgt. Dit bepaalt de draagkracht. Waar krijg je energie van / wat kost je energie?

Energiegevers

  • Kun je deze vaker doen/inzetten?
  • Kun je meer doen/inzetten?
  • Wat zou nog meer energie kunnen geven wat je nog niet doet/inzet?

Breng in kaart waar de mantelzorger energie door verliest. Dit bepaalt de draaglast.

Energienemers

  • Kun je deze vermijden?
  • Kun je iemand anders inschakelen?
  • Kun je er anders tegen aankijken?

Stimuleren: gezond eten, voldoende slapen, leuke dingen doen
Stimuleren: zorg delen, zorg overdragen, hulp(middelen) inzetten

‘In overleg met mijn leidinggevende en met het team zijn mijn diensten zo ingedeeld dat ik niet alleen voor mijn man kan zorgen, maar ook tijd overhoud voor mijzelf. Het werk is heel belangrijk voor mij: ik ben kostwinner en het geeft mij energie en afleiding van thuis.’

Henny Karsten, verpleegkundige en consulente palliatieve zorg.

Breng sociale netwerk van de mantelzorger in kaart 

Een sociaal netwerk kan een belangrijke rol vervullen in het in balans houden en brengen van de mantelzorger. Sociale contacten maken het leven leuker, kleurrijker en maakt dat zorg te verdelen en beter vol te houden is. Naast praktische ondersteuning biedt een sociaal netwerk ook emotionele steun.

Tip!

Houd bij het in kaart brengen van het netwerk ook rekening met de onderlinge verhoudingen en de interacties in het familiesysteem zelf. Welke gebeurtenissen hebben er in het leven van de mantelzorger plaatsgevonden? Wat heeft ertoe geleid dat juist hij of zij is gaan zorgen? Is er sprake van parentificatie? Inzicht in oorzaak en gevolg geeft inzicht in kansen voor het leggen van nieuwe verbindingen in het netwerk.

Stappen:

  1. Welke rollen vervult de mantelzorger? Moeder, dochter, mantelzorger, verpleegkundige, collega, vriendin, hulpvrager, ervaringsdeskundige, etc.
  2. Welke sociale contacten heeft de mantelzorger? Familie, vrienden, buren, kennissen, etc.
  3. Welke sociale contacten heeft de zorgvrager? Familie, vrienden, buren, kennissen, etc.
  4. Waar bevinden deze zich in de kring?
  5. Hulp vragen is moeilijk. Help de hulpvraag af te bakenen en concreet te maken. ‘Zou jij 1 x per maand op vrijdag van 9.00 tot 10.00 uur bij mijn moeder op de koffie kunnen gaan?’
  6. Hulp vragen is moeilijk. Enthousiasmeer om over de beren op de weg te stappen. Gewoon doen is het credo.

Ga naar de volgende stap: Verwijzen

Wil je meer weten? Stuur ons dan een e-mail! Contact